Met een sensorennetwerk kan je de variatie van het bodemvochtgehalte opvolgen in tijd én ruimte. De optimale locatie van de bodemvochtsensoren wordt bepaald aan de hand van satelliet- en dronebeelden. De output van de sensoren gebruik je voor locatie-specifieke irrigatie.
We zetten in 2022 3 sensorennetwerken op: bij Praktijkpunt Landbouw, Proefcentrum Pamel en bij fruitteler Jan Van der Velpen.
Op het wintertarweperceel in Herent installeerden we het bodemvochtsensorennetwerk zonder irrigatie. Doel was het beter begrijpen van de bodemvochtvariatie en -evolutie.
We bakenden in totaal 5 verschillende zones af waarbij we rekening hielden met de ervaringen in de praktijk. Terwijl er verschillen leken te zijn tussen de zones in de sensordata, was er weinig verschil in opbrengst.
Eén locatie sprong eruit met lagere opbrengst en kleinere planthoogte ten gevolge van bodemverdichting. Het effect van een andere teelt (herzaai zomertarwe) op een natte plaats was ook duidelijk zichtbaar.