Deze zomer waren we te gast op een witloofperceel van de familie Emmerechts in Opwijk. De aanwezige telers wisselden kennis uit over hun aanpak van irrigatie.
Ook volgende elementen kwamen aan bod:
- de impact van bodembewerking op het bodemvochtgehalte,
- de verschillen in rasgevoeligheid voor droogte
- de waarde van irrigatie tijdens het groeiseizoen
- het gebruik van bodemvochtsensoren als beslissingsondersteunend instrument
Lees hieronder het volledige verslag.
Dinsdag 20 juni, eindelijk regen na een dagenlange aanhoudende droogte. Het ideale moment om samen te komen rond het thema vocht in de bodem.
De aanwezige witlooftelers waren de afgelopen periode allemaal dag en nacht in de weer geweest om het witloofzaad te laten kiemen. Afhankelijk van perceel tot perceel waren hiervoor minstens 5, maar eerder 7 tot 10 beregeningsbeurten nodig.
De telers vergeleken hun onderlinge aanpak: zaaimoment, tijdstip van ruggentrek, wel/geen vliesdoek, vlakkeveldszaai. Met volgende punten was iedereen het eens:
- Als je zaait in een droge rug, weet je niet waar je uitkomt qua diepte.
- In normale jaren zoals we die kenden voor 2017, was het een goeie techniek om 4 à 5 weken voor zaai de ruggen te maken, zodat die konden bezinken. Dit gaat niet meer op.
- Bij de droogteperiodes zoals we die nu kennen, komt het erop aan ruggen te trekken, direct te zaaien en direct te beregenen tot het witloof boven komt.
- Veel witlooftelers werken met een beregeningsboom, anderen hebben een eigen machine gebouwd voor een efficiënte watergift waarbij het optreden van verslemping wordt vermeden. Er is vraag naar om de werking van de verschillende systemen met elkaar te vergelijken, om deze te kunnen bijstellen en verbeteren.
De discussie ging vervolgens over de impact van de bodembewerking op het bodemvochtgehalte en de stabiliteit van de toplaag. Een hoger bodemvochtgehalte en stabielere toplaag bij niet-kerende bodembewerking in vergelijking met ploegen leidt niet automatisch tot betere gewasopbrengsten.
Andere factoren zoals de bodemtemperatuur bij zaai, de onkruiddruk en het exacte tijdstip van de droogteperiode spelen een rol. Vocht is niet altijd de limiterende factor voor de gewasopbrengst. Een moeilijker onkruidbestrijding maakt dat meer onkruiden met het beschikbare vocht gaan lopen.
In een proef in Herent zonder beregening was de opkomst bij vlakkeveldszaai hoger (69%), vergeleken met zaaien op ruggen (42%).
Maar wegen de voordelen naar vochthuishouding op tegen de nadelen op vlak van mechanische onkruidbeheersing en oogsten? Zeker bij fijnzadige teelten, die ook een fijn zaaibed nodig hebben, is het moeilijk om te werken met niet-kerende bodembewerking.
Ook het verschil in droogtetolerantie tussen rassen werd besproken. Uit de historische data van de rassenproeven op Praktijkpunt Landbouw leren we dat er een onderscheid is tussen rassen die eerder bij opkomst droogtetoleranter zijn (bijvoorbeeld Fakir, Laurine) en rassen die gedurende het groeiseizoen droogtetoleranter zijn (bijvoorbeeld Vintor, Ecrine en Bingo).
Voor de telers bestaat er geen twijfel dat, in geval van droogte, bij opkomst irrigeren een noodzaak is: het zaadje heeft vocht nodig om te kiemen. Geen enkele teler wil op dit punt risico’s nemen, wat maakt dat er getwijfeld wordt aan het nut van een interventiedrempel bij opkomst.
Wel relevant is wat de impact is van irrigeren tijdens het groeiseizoen. In een vergelijkende proef in 2022, deed het witloof dat wel opkomstirrigatie kreeg en niet meer beregend werd tijdens het groeiseizoen, het opvallend slechter naar opbrengst toe dan zowel het witloof dat helemaal geen water bijkreeg als het witloof dat bij opkomst én ook nadien werd beregend.
Op het perceel van de familie Emmerechts staan 8 sensoren die de veldvariatie qua vochtgehalte in kaart brengen. De sensoren zijn op geplaatst in zones die volgens satellietbeelden binnen het perceel van elkaar verschillen.
Zullen de sensordata de verschillen bevestigen? In welke zones is er meer of minder beregening nodig? Kunnen we evolueren naar een systeem waarbij 1 sensor, gecombineerd met satellietdata, leidt tot een variabele watergift binnen éénzelfde perceel? De resultaten van het komende teeltseizoen zullen helpen om deze vragen te beantwoorden.