De eerste verkennende vergistingstesten met witloofwortels en -bladeren geven veelbelovende resultaten voor pocketvergisting. We voeren zowel verkennende vergistingstesten als bewaartesten uit.
In de bewaartesten gaan we na hoe lang je afgestookte witloofwortels kan bewaren zonder biogaspotentieel te verliezen. De wortels werden hiervoor eerst verhakseld en ingekuild om ze te bewaren. Uit de bewaartesten bleek dat het biogaspotentieel van de wortels niet afnam door het inkuilen.
Dit betekent dat de energie-inhoud van de wortels relatief behouden bleef. We vermoeden dat dit ook geldt voor onverhakselde wortels maar we zoeken dit nog verder uit.
In de verkennende vergistingstesten experimenteerden we met verschillende verhoudingen van wortels en bladafval. Zo willen we nagaan welke verhoudingen aan reststromen het meest ideaal zijn voor pocketvergisters op witloofbedrijven. De verhoudingen wortel-/ bladafval varieerden van 50/50 tot 90/10.
Het hoogste biogaspotentieel werd bereikt met een verhouding van 80/20. Dit wil zeggen dat 80% van de grondstof bestond uit wortels en 20% uit bladafval. De verblijfstijd van de grondstof (= reststromen die aan de vergister worden gevoed) is 35 dagen. Dit lijkt een goede richtlijn te zijn voor een optimale biogasproductie.
Tegen de verwachtingen in stelden we vast dat een reststroom met relatief veel bladafval (50%) ook nog een goed biogaspotentieel lijkt te geven. Dit is interessant omdat bladafval vaak wordt beschouwd als een afvalstroom die moeilijk te valoriseren is. Wortels vinden daarentegen nog redelijk makkelijk afzet als diervoeding.
In de zomer werden vergistingstesten op grotere, pilootschaal opgestart. De resultaten hiervan worden verwacht in oktober. We hopen meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid en de voordelen van pocketvergisting met wortels en bladafval. Vervolgens starten we ook haalbaarheidsstudies op die de rendabiliteit van pocketvergisting voor witlooftelers moet uitklaren.
